Fysiotherapeutisch Centrum Dinxperlo

In dit centrum werken vijf fysiotherapeuten met verschillende specialisaties: oedeemtherapie, manuele therapie en fysiotherapie.

Op 1 februari 2008 heeft Fysiotherapeutisch Centrum Dinxperlo officieel de deuren geopend van het nieuwe onderkomen aan de Brinkerveldstraat 14. Jacqueline Davidse en haar collega’s werken er. Door een ingrijpende verbouwing van drie maanden is een strak interieur ontstaan dat rust uitstraalt. Behalve drie behandelkamers is er een wachtruimte gecreëerd en een oefenruimte voor groepen. ,,We hadden aan de Raadhuisstraat maar twee kamers, waardoor we niet verder konden groeien. De wachtlijst liep alleen maar op”, vertelt Jacqueline Davidse. Zij nam de praktijk in januari 2006 over van Marian Nijman, na er een jaar in loondienst te hebben gewerkt. Inmiddels werken er vier mensen in de praktijk met elk een eigen specialisatie. Ook Marian Nijman is nog steeds actief. Zij heeft meer dan 25 jaar in Dinxperlo gewerkt als fysiotherapeut en behandelt op dit moment haar laatste klanten. De opening op 1 februari is voor haar het moment om afscheid te nemen. In de nieuwe praktijk kunnen de therapeuten nog beter aan de vraag voldoen. Want de markt voor fysiotherapie is volop in beweging. ,,De druk op de maatschappij wordt steeds groter. De jeugd sport steeds minder, dat zie je in ons werk terug”, legt Davidse uit. ,,Ook is er de vraag van verzekeraars om steeds meer groepsgewijs te behandelen bij bijvoorbeeld lage-rugklachten of suikerziekte. Op termijn gaan we meer toestellen in de oefenruimte plaatsen.” Davidse heeft zelf manuele therapie als specialisatie en haar collega Everdien Griffioen heeft onlangs haar certificaat oedeemtherapie behaald. De andere collega’s zijn volop bezig om zich verder te specialiseren. Sinds 2006 is er directe toegankelijkheid in de fysiotherapie. Mensen hebben geen doorverwijzing meer nodig, behalve bij een chronische indicatie. Toch is er nog steeds intensief contact tussen fysiotherapeut en huisarts of specialist. ,,Bij de intake ontstaan soms een aantal rode vlaggen, zodat we weten dat we alert moeten zijn. Er gaat altijd een rapport naar de huisarts als iemand hier in behandeling gaat.’’